In Duitsland heeft Peter Harlan in de twintiger jaren van de vorige eeuw met blokfluiten ge�xperimenteerd, wat er toe leidde dat voor de toon F (bij de sopraanblokfluit) een wat eenvoudiger en logischer greep mogelijk werd. Hierdoor ontstond de Duitse greepwijze. Men denkt dat hij deze greepwijze niet bewust heeft ontwikkeld omdat hij niet op de hoogte was van de theorie achter deze uit de rij vallende greep. Veel waarschijnlijker is het dat hij de logische greep voor de F heeft genomen en net zo lang aan de
Voor beginners lijkt de Duitse greepwijze gemakkelijker. Ze heeft echter het grote nadeel dat de hoge fis er niet zuiver op is te spelen. Dat kan voor beginners niet van belang zijn, maar bij het beter gaan spelen en vooral bij het spelen in ensembleverband is dat een groot probleem. Het kan kort duren of het kan lang duren, maar op een gegeven ogenblik stapt elke serieuze blokfluitspeler over op de barokke greepwijze.
Op muziekscholen wordt alleen in de barokke greepwijze lesgegeven. Hoogwaardige blokfluiten zijn er sowieso niet voor de Duitse greepwijze. Het is daarom ook aan te bevelen om in alle gevallen direct met de barokke greepwijze te beginnen.